Terug naar de tuinkalender pagina.



             Januari

Gemengde bloemenborder
In deze maand heeft men buiten weinig te doen. Gebruik deze tijd om een plan te maken en bestel reeds zaden, planten, teelaarde en alles wat u nog meer nodig hebt om straks voor het zaaien en uit­planten te zijn toegerust. Maak de potten en bakken schoon waarin straks gezaaid gaat worden en controleer het gereedschap. De kerstroos (Helleborus niger) bloeit al en het stinkend nieskruid (Helleborus foetidus) zet al knoppen aan.

Bomen, struiken en klimplanten
Vooropgesteld dat de weersomstandigden voor het werken in de tuin goed zijn en de grond noch nat, noch bevroren, noch besneeuwd is, dan kunt u nog bladverliezende bomen, struiken of klim­planten planten. Let erop dat het plantgat groot genoeg is en de wortels voldoende plaats hebben. Het gat moet zo diep zijn dat de stam even diep in de grond komt te staan als hij bij de kweker stond. Het best brengt men de grond al van te voren in gereedheid. Spit eerst goed verteerde stalmest of compost in het gat onder. Vergeet niet om voor bo­men en struiken die gesteund moeten worden, een stok in te slaan. Voor klim­planten moet een klimrek of anderssoortige steun worden klaargemaakt.

Bolgewassen
Breng de voorgetrokken bollen in hun potten en schalen steeds, zodra ze het juiste groeistadium hebben bereikt, bin­nen. Narcissen moeten een hoogte heb­ben van ongeveer 10 cm en al bloemknoppen hebben, evenals hyacinten. An­dere voorgetrokken bolgewassen zoals tulpen, sneeuwklokjes en krokussen kan men beter binnen brengen, als de bloemknoppen kleur beginnen te krijgen. Dan gaan de bloemen goed open. Alle voorgetrokken, in het huis gebrachte bolgewassen laat men eerst een weekje op een koele, niet te zonnige plaats staan. De temperatuur mag eerst niet hoger zijn dan 10°C en later niet hoger dan 16°C. Daarna kunnen de planten in het voile licht worden gezet, als dat maar niet boven een verwarmingstoestel of op een te warme plaats is.

Grasveld
Als u volgend jaar een grasveld wilt zaai­en, moet u het terrein dubbel spitten. Werk met de onderste steek van de schop goed verteerde stalmest of com­post onder en laat de grond in grote kluiten liggen, opdat de vorst erop kan inwerken.
Als u verwacht dat u met de drainage van de grond moeilijkheden gaat krijgen, kunt u het beste meteen molploegen of een drainagesysteem van in visgraatmotief gelegde buizen aanleggen. Dit moet zo’n 3 steken (van de schop) diep zitten. Bestel nu uw graszaad. Bij zacht weer kunt u een nieuw grasveld aanleggen met behulp van graszoden. De grond moet dan wel goed voorbereid zijn.

Fruit, groente en kruiden
Bestel het groentezaad, inclusief de pootaardappelen en berg ze op een koe­le plek op, buiten het bereik van muizen. Kijk al het tuingereedschap na en vernieuw uw voorraad humus of aardevrije compost, zaaibakken, potten, etiketten en dergelijke.
Bestel kruidenplanten en kruidenzaden voor het voorjaar. Als u een verwarmde broeikas hebt, kunt u al snel tomaten zaaien. Fruitbomen en struiken krijgen een laatste snoeibeurt. Ter bestrijding van verborgen eitjes van schadelijke in­sekten spuit men, volgens de gebruiksaanwijzing, met vruchtboomcarbolineum.

Algemeen
Houd paden, gemaaide terreinen en pa­tio’s vrij van blad door harken of vegen. Noteer welke terreinen hersteld of veranderd moeten worden om in de toekomst plassen of ijsvlakten te voorko­men. Stamp de grond die de vorst eventueel rond de planten heeft losgemaakt weer vast.

             Februari

Bollen
Nog steeds bloeien in de kamer de voor­getrokken hyacinten en narcissen. De potgrond moet steeds vochtig zijn. De voorbereide schalen met vroeg bloeiende tulpen kunnen nu langzamerhand aan de kamertemperatuur worden gewend. Men laat ze nog enkele dagen op een koele plek staan alvorens ze in de warmere kamer te zetten. Als de bollen in de kamer zijn uitgebloeid, worden ze in de schaal op een lichte koele plek gezet, om ze voor het uitplanten af te harden. Bij zacht weer kan men al gauw krachtige, gezonde leliebollen planten. Een mulchlaag van turf en blad beschermt deze en tevens de in de herfst geplante bollen, tegen vorst.

Fruit, groenten en kruiden
Fruitbomen en -struiken kunnen ook nu nog, als de grond het toelaat en ze niet te hard bevroren is, geplant worden. De plantplaatsen moeten te voren zorgvuldig zijn voorbereid.
Tegen het eind van de maand kunt u rondom de wortels van de fruitbomen en -struiken, een universele meststof in harken. Bemest ook de rabarber, opdat u vroeg in het voorjaar kunt oogsten. Maak de bedden in orde voor het zaaien van groenten in de volgende maand en zet de stolpen klaar, zodat de aarde eronder kan aanwarmen. Als de, in de broeikas gezaaide, uienzaailingen hun eerste bladeren krijgen, worden ze in potten overgeplant. Onder glas kunt u nu al sla, tuinbonen, spruitkool, kool, bloemkool, look, wortels, rode biet, komkommer en meloen voorzaaien.

Bloemenborder
Als de grond niet bevroren is, kunt u met schoffelen beginnen en ondertussen, rond de aanwezige planten een universele meststof onderwerken. Dahlia knollen worden in vochtige turfmolm gelegd en op een warme plaats gezet, zodat ze kunnen uitlopen en de volgende maand krachtige loten hebben. Gevoelige een jarige planten worden in de broeikas voorgezaaid.
Als u een nieuwe, bonte border wilt aanleggen, moet u nu de plannen maken. Bestel nu reeds de gewenste planten. Spit het voorbestemde bed grondig om, voeg rijkelijk compost of organische mest toe, aangevuld met wat beendermeel.

Grasveld
Kijk het grasveld goed na of er eventueel water op blijft staan. Belucht deze plaatsen met de greep of de gazoninjector. Als u van plan bent een nieuw grasveld aan te leggen moet u het bestemd terrein op de juiste manier gaan voorbereiden. Gebruik als het nodog is een mosdoder.

Bomen, struiken en klimplanten
Als het weer en de bodemgesteldheid het toelaten, kunnen nu rozen, sierstruiken en bladverliezende bomen op de
Radijsjes, mosterdplanten en waterkers worden nog steeds in de broeikas gekweekt.

Algemeen
Veeg en hark ook nu alle afval van de tuin bijeen en breng het naar de composthoop. Vorstschade van de grond moet met de voet worden aangestampt. Verwijder onkruid en mos van paden en terrassen. voor hen bestemde plaatsen worden ge­plant. Als de door u bestelde planten aankomen op een moment dat ze niet meteen geplant kunnen worden, bewaart u ze koel maar vorstvrij, of graaft u ze voorlopig in, op een goed beschutte plek.

             Maart

Voorjaars bol- en knolgewassen
Bekijk uw bloeiende bol- en knolgewas­sen gedurende deze weken en noteer in uw ‘tuinboek’ welke plek leeg is, opdat deze in de komende herfst kan worden beplant. Nadat de bladeren zijn afgestorven, kunt u de bollen van hyacinten, vroege tulpensoorten, vroege narcissen en krokussen uit de grond halen en verplanten, als ze te dicht bij elkaar stonden of qua bloeitijd of kleur niet bij elkaar pasten. Sneeuwklokjes kunt u het best verplanten als er nog loof aanzit. Verwijder alle verwelkte bloemen.

Bloemenborder
Sluit het snoeien van de overblijvende planten af en bestel, indien gewenst, nieuwe planten. Steun rozen en verwij­der oud of beschadigd hout van struiken en hagen die niet in bloei staan. Bestel het op uw lijstje genoteerde zaaigoed. Plant

 

gladiolenknollen op de warmste plekken in de bloembedden. Koop en plant nieuwe rozen, bladverliezende struiken en bomen.
Maak de grond los door licht te schoffelen en bedek (mulch) de grond met turfstrooisel of compost. Als het zacht en droog weer is, bereidt u de plaatsen voor waar u nieuwe planten, zoals dahlia’s en chrysanten wilt gaan planten, door omspitten en bemesting met beendermeel.

Bomen, struiken en klimplanten
Verwijder de sneeuw die nog op de takken ligt, opdat deze niet door het gewicht ervan worden beschadigd of afgebroken. Snoei dode, zieke, aangetaste en zeer dunne takken. Bestel nieuwe bomen of struiken. Als het weer warm genoeg is en de grond droog bereidt u de plantplaatsen voor. Maak de plaatsen klaar voor nieuwe heggen en snoei wisteria, kamperfoelie en grootbloemige clematis.

Grasveld
Werk de oneffenheden in uw grasveld weg. Mocht daar in, vooral op plaatsen die lang in de schaduw liggen, teveel mos zijn gegroeid, bestrijd dit dan met een mosbestrijdingsmiddel.
Tegen het eind van de maand harkt u het gras en repareert u beschadigde randen of stukken in het grasveld.
Maai het gras als het 5-8 cm hoog staat en controleer die plekken waar de grond te vast is en zich water kan ophopen. Gebruik een ijzeren hark of een speciale gazoninjector om de ontwatering en de luchttoevoer te verbeteren.

Fruit, groenten en kruiden
Plant voor het laatst fruitbomen en -struiken en bind de stammen aan palen of stokken vast. Beëindig de winterbespuiting van de bestaande fruitbomen. Maak de grond los rondom de boom en voeg tegelijkertijd gemengde mest toe. Nu kunnen ook de aardbeien worden geplant. Verwijder de bloemen om vruchtzetting in het eerste jaar te voorkomen. Bescherm de al aanwezige aardbeiplanten met stolpen of folietunnels, om vroegtijdig te kunnen oogsten. Druivenstokken onder glas moeten dagelijks wa­ter krijgen om het ontluiken en de groei te bespoedigen. Bestuif met de hand de vroeg geopende bloemen van pruimen, vroege appels en aardbeien.
Als de grond droog is en het weer zacht genoeg, zaait u erwten, bonen, wortels, bieten, look, kool en pastinaken. Zet ook vroege aardappels, sjalotjes en uien. Ga door met de grond in orde te maken voor verder zaaien, om steeds te kunnen oogsten. Plant tomaten in een verwarmde broeikas en verspeen zaailingen.

             April

Vroegbloeiende bollen
Vergeet ook nu niet de verwelkte bloe­men van de vroegbloeiende bollen weg te halen of ze nu bij elkaar in een bloembed staan, of verspreid door de tuin. Als ze in aarde groeien, dus niet in een gras­veld, moet er omheen onkruid worden gewied.

Gemengde bloemenborder
Zet leliebollen in de gemengde border en geef de plaatsen aan met een stokje dat later meteen als steun kan dienen. Ook gladiolenknollen kunnen nu nog worden geplant, als dit vorige maand nog niet is gebeurd. Zet nog niet uitgelopen dahliaknollen daar waar ze moeten bloeien en bescherm ze met een mulchlaag tegen de vorst. Als u de gemengde borders nog niet van oud blad en winterafval hebt gezuiverd, moet dat nu gebeuren. Schoffel voorzichtig tussen alle planten. Verwijder onkruid, werk met de hak een kunst mest onder en omgeef de vaste planten, bomen en heesters met een dikke mulchlaag van 2,5 - 5 cm.
De winterharde eenjarige zomerbloemen worden meteen op de juiste plaats gezaaid. Als het weer geschikt is, dus droog en warm, kunt u de eerste chrysanten buiten planten. Om allerlei soorten slakken, vooral de naaktslakken, weg te houden kunt u slakkenkorrels strooien of met een vloeibaar slakkenverdelgingsmiddel spuiten.

Bomen, struiken en klimplanten
Als u vorige maand nog niet alle rozen hebt gesnoeid, moet dat nu gebeuren. Snoei ook van uitgebloeide bomen en struiken dode, zieke of verkeerd gegroeide takken af. Daartoe behoren ook heggestruiken. Snoei groenblijvende bomen en struiken bijna tot aan de grond, als ze te groot zijn geworden of dreigen te verstikken. Plant u de overige bomen, struiken en vaste planten. Plant groenblijvende hagen.

Grasveld
Als uw grasveld vorige maand niet voldoende van mos werd ontdaan, moet dat nu gebeuren. Bemest een nieuw grasveld na de eerste maaibeurt.

Fruit, groenten en kruiden
In het kweekbed maakt u de grond klaar voor het zaaien van verschillende soor­ten kool, zoals spruitkool, winterharde kool, paarse en groene broccoli, winterbloemkool en prei. Stam- en klimbonen worden in de broeikas gezaaid. De zaai­lingen en jonge planten moeten regelmatig water krijgen. Zo vaak als u kunt moet u onkruid wieden door voorzichtig te schoffelen; anders moet u chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken. Mulch langs de aardbeiplanten en bind jonge scheuten aan stokken.
Uien, gewone sla, witte peen en koolraap evenals zomerkool worden buiten gezaaid en niet meer verplant. Wei moe­ten ze uitgedund worden. Vul eventuele leemten tussen de stokbonen op en zet de stokken in de grond.
Beschut vroege aardappelspruiten tegen vorst en leg de pootaardappelen voor de hoofdoogst uit. Bespuit appelbomen in het knopstadium om ze tegen insekten te beschermen.
Nu is het de juiste tijd om jonge broeikasplanten, die later buiten worden uitgeplant, af te harden. Zaai in de broeikas tomaten, die later buiten worden uitgeplant. Plant in de broeikas de in potten gekweekte komkommerzaailingen op hun uiteindelijke plaats. Maak tegen het eind van de maand de grond klaar voor stambonen en zaai deze buiten, of onder stolpen of folietunnels.
Zaai pastinaak en peterselie. Maak in de broeikas de plantringen klaar voor de to­maten, die volgende maand worden ver­plant en volgens de ringmethode gaan groeien.
Zorg voor beschaduwing van de broei­kas, opdat de planten niet door te sterke zonnestralen worden verbrand.
Nu worden de vroege aardappels voor de eerste maal aangeaard om ze tegen windstoten te beschermen.
Als de erwtenkever uw jonge erwten aantast, moet u deze met een Derris-preparaat (insekticide op plantaardige ba­sis) bestuiven. Steek voor de ontkiemende erwten stokken in de grond. Jonge uienplanten worden afgehard om ze vol­gende maand te kunnen uitplanten. Maak de grond daarvoor alvast klaar. Verplant voorgetrokken slaplantjes om voortdurend te kunnen oogsten.

             Mei

Bol- en knolgewassen
Verwijder uitgebloeide bloemkronen door ze bij de steel af te knippen. Als het bloembed met voorjaarsbloemen wordt gebruikt voor zomerbloemen, moet u aan het einde van de bloeitijd alle bollen en knollen uit de grond halen. Zet ze op een nog beschikbare plek, waar ze kun­nen afrijpen tot de tijd van planten in de herfst weer gekomen is.

De gemengde border
Hier regelmatig onkruid wieden, maar let erop dat u de tere wortels van de pas geplante gewassen niet beschadigt. Na het wieden moet u met de hark wat mest verdelen over de border en deze vervolgens met een mulchlaag (bijvoorbeeld stro of turfstrooisel) afdekken. Als de bloeitijd van de voorjaarsbloeiers voorbij is, zoals vergeet-mij-niet of muurbloem, haalt u de planten uit de grond. Zaai de laatste winterharde eenjarige planten in op hun toekomstige plaatsen. Begin tegen het eind van de maand halfwinterharde planten daar te zetten waar ze straks moeten bloeien. Maak een onbenutte hoek van de tuin klaar voor het zaaien van tweejarige planten, die volgend jaar moeten bloeien zoals muurbloem, phlox, vergeet-mij-niet, klokje, teunisbloem en stokroos.
De langstelige, omhoogschietende vaste planten, moeten nu gesteund worden. Opdat de planten zich gezond ontwikkelen, moet u van tijd tot tijd een vloeibare mest geven. Plant nu chrysanten buiten.

Bomen struiken en klimplanten
Altijd groene bomen en struiken kunt u tot het begin van de maand nog planten. Geef na het planten ruim water en bedek de plantplek met stro en turfstrooisel (mulchen). Haal bij rhododendrons en azalea’s de oude bloemen weg, zonder daarbij de bladeren en jonge knoppen te beschadigen.
Snoei uitgebloeide struiken. Snijd de uitgebloeide takken weg om een sterke groei te krijgen van de takken die volgende keer zullen bloeien. Verwijder ook dode of slecht ogende takken. Klimplanten die nu bloeien moeten eveneens gesnoeid worden. Voor u gaat snoeien, moet u zich ervan overtuigen dat u niet een vogel bij het bouwen van een nest of bij het broeden verstoort. Maak de klimplanten of andere struiken die als klimplanten worden geleid, vast aan steunlatten, indien nodig.
Als de rozen teveel jonge scheuten maken, moet daar een aantal van worden weggesnoeid om te voorkomen dat er nietbloeiende spruiten worden gevormd. Snoei hagen, zoals bijvoorbeeld liguster, altijd als het u nodig lijkt. Denk echter weer aan broedende vogels!

Het grasveld
Maai het gras minstens 1 x per week tot op een halmlengte van 2 tot 3 cm. Als het droog weer is moet het gras worden besproeid. Indien nodig gebruikt u een onkruidbestrijdingsmiddel voor het hele grasveld of alleen voor erg aangetaste stukken.

Fruit, groenten en kruiden
Geef alle groenten buiten ruim water en gebruik groeibevorderende mest in vloeibare of in wateroplosbare vorm. Verwijder de stolpen die ter bescherming dienden tegen de kou van alle verbruiksplanten, met uitzondering van die planten die erg gevoelig zijn voor koude. Zodra bij de kastomaten de eerste bloe­men zich vertonen, begint u met het ge­ven van vloeibare mest. Zorg voor een vochtige grond. Verwijder de zijloten, zodra deze verschijnen.
Oogst de eerste voorjaarsuien. Maak de grond klaar voor het zaaien van pompoenen op een plek waar ze de ruimte hebben.
Zaai de eerste rode bieten. Bestaat er gevaar voor nachtvorst, dek dan de aardappelen en stambonen af.
Bescherm fijnbladerige zomer- en bloemkool tegen aantasting van insekten en dun de planten uit. Verspeen pastinaak-zaailingen en druk de grond goed aan rondom deze planten. Zet nu de jonge spruitkoolplanten op hun uiteindelijke plaats. Zaai suikermais buiten, in een aaneengesloten veld. Be­gin met het leggen van de stokbonen buiten aan de voet van de steunstokken die u er eerst hebt geplaatst. Schoffel de hele tuin regelmatig. In de broeikas moeten de komkommers aan steunpunten worden vastgemaakt en de manlijke bloemen moeten, evenals de zijscheu­ten, worden weggehaald. Gebruik insekticide tegen groene en zwarte bladluizen.

             Juni

Bolgewassen
Onder de bol- en knolgewassen die in het voor jaar hebben gebloeid, wordt nu opruiming gehouden. Zodra de bladeren geel zijn, halen we ze uit de grond en stoppen ze in een doos, die droog bewaard wordt. Haal eerst oude bladeren en schillen eraf, voor zover deze droog zijn.

Gemengde bloemen border
Bij het voortdurende schoffelen mogen geen stengels of oppervlaktewortels van de planten beschadigd worden.
Als dit nog niet is gebeurd moeten hoog groeiende planten gestut worden. Ga door met het uitplanten van voorgetrokken zomerbloeiers en zaai er ook nog enkele ter plekke. Deze zullen later bloeien.
Zaai, indien het vorige maand niet is ge­beurd, tweejarige planten in een voorbereid bloembed. Waar gladiolen en lelies werden geplant, wordt de grond gemulcht om vocht vast te houden. Zomerbloemen die ter plekke gezaaid werden, moeten uitgedund worden; grote soorten tot een plantafstand van 30 cm, kleinere soorten tot een plantaf­stand van 15-25 cm.
Zaden van overblijvende planten wor­den in het klaargemaakte zaaibed of in potten in een geschikte voedingsbodem gezaaid. Nu is het nog de tijd om vroegbloeiende chrysanten, op ongeveer 45 cm afstand, uit te planten en van stokken te voorzien.

Bomen, struiken en klimplanten
Ook nu moet er gesnoeid worden. Als u bij de rozen van iedere tros steeds de middelste knop wegknijpt, zullen ze bijzonder mooi bloeien. Uitgebloeide ro­zen van vroeg bloeiende soorten worden dikwijls met een stuk stengel van 10-15 cm lang afgesneden. Bind klimplanten evenals op deze manier groeiende strui­ken vast aan de steunpunten.

Grasveld
Van nu af aan tot ver in de zomer (augustus) moet u 2 x per week maaihoogte 13- 25 mm maaien. Voor het maaien wor­den de stengels van liggend onkruid met een grashark opgericht, zodat ze door de grasmaaier gepakt kunnen worden.

Fruit, groenten en kruiden

 

Aardbeien moeten tegen vogels, on­kruid en slakken worden beschermd; span netten of draden over de bedden en leg rondom de planten stro of zwarte folie. Uitlopers worden afgeknepen of voor nieuwe teelt gebruikt.
De broeikas moet dagelijks worden gelucht en vochtig gehouden.
Te sterke groei bij broeikas druiven wordt met een derde teruggesnoeid. De­ze maand kunt u de eerste onder glas gerijpte tomaten oogsten. De planten moe­ten steeds goed begoten worden en een maal per week mest krijgen.
Jonge tomatenplanten kunnen buiten worden geplant.
De afgeharde bleekselderij en prei wordt nu uitgeplant. Binnen het kader van de door u gezaaide volggroenten kunt u nu nog een keer kropsla, zomerspinazie, radijsjes, wortels, bieten, erwten en tuinbonen buiten zaaien. Ook koolraap en lof voor de winter, moeten nu worden gezaaid. In klimatologisch gunstige gebieden kunnen de eerste vroege aardappelen worden geoogst.
In de broeibak voorgetrokken koolsoorten, evenals de paarse broccoli, moeten nu worden uitgeplant. U kunt nu ook de eerder gezaaide tijm en salie buiten uitplanten en in het goed klaargemaakte zaaibed weer kruiden zaaien, die dan in de herfst worden uitgeplant.
Nu is het ook de tijd voor het zaaien van maandbloeiers.
Bij appel-leibomen moet men erop letten dat er per tak niet teveel vruchten tot ontwikkeling komen.
Opdat de vrouwlijke bloemen van de pompoenen zeker worden bestoven, knipt men de manlijke bloemen af en schudt het stuifmeel op de vrouwlijke bloemen.

             Juli

Gemengde bloemenborder
Eenjarige zomerbloemen worden met stokken gestut. Zodra de droogbloemen geopend zijn, worden ze met steel afge­sneden en op een droge, luchtige plaats, omgekeerd hangend, gedroogd. Bij veel planten, zoals ridderspoor, lupine, pioenroos en andere heeft het nut de uit­gebloeide bloemen en stelen direct te verwijderen. Hierdoor bevordert u de vorming van nieuwe knoppen. Gladio­len hebben veel vocht nodig; zelfs als u ze hebt gemulcht, moet u in droge tijden rij­kelijk water geven.
Anjers kunnen worden vermeerderd door niet bloeiende scheuten te stekken.

Bomen, struiken en klimplanten
In het voorjaar geplante, of in containers gegroeide en nu uitgeplante struiken, moeten regelmatig water krijgen, opdat de grond niet te snel uitdroogt. Ook het besproeien van de bladeren heeft zin. Afgemaaid gras is goed aanvullend mulchmateriaal, op voorwaarde uiter­aard dat er geen onkruid in zit en het de laatste 6 weken niet met een onkruidbe­strijdingsmiddel is behandeld. Nadat struiken zijn uitgebloeid, moeten ze worden teruggesnoeid, zodat ze nieuwe loten kunnen vormen voor de bloei van het komende jaar. Bij struiken die op eenjarig hout bloeien, moet u natuurlijk alleen de niet gewenste takken wegha­len. Haagplanten moeten naar behoefte worden gesnoeid. Verwelkte bloemen worden verwijderd om nieuwe bloei te bevorderen.

Bolgewassen
Nu moeten ook de laatste laatbloeiende tulpen uit de grond worden gehaald. Vergeet daarbij ook niet de vorige maand in voren ter afrij ping gelegde bol­len. De schoongemaakte bollen worden in het donker, droog en koel bewaard. Nu is het ook de tijd om bollen en knol­len voor de in de herfst bloeiende bloe­men (amaryllis, herfsttijloos, herfstkrokus en nerine) te planten. Maak alvast een lijst van in het voorjaar bloeiende bollen die in de herfst moeten worden geplant. Geef nu uw bestelling op, als u bij een gespecialiseerd bedrijf koopt.

Grasveld
Tot de verzorging van het grasveld hoort nog steeds het regelmatige maaien (on­geveer 2 x per week), waarbij de snijhoogte 1-2, 5 cm is. Een enkel onkruid wordt plaatselijk met een onkruidverdelgingsmiddel bestreden; dit precies volgens de gebruiksaanwijzing.
Bij droogte wordt het gras grondig, het best met een gazon sproeier, besproeid. De graskant moet altijd recht en keurig afgesneden zijn. Als de kanten onregel­matig worden of afbrokkelen, maakt men ze weer recht met een graskanten­steker.

Fruit, groenten en kruiden
Andijvie, venkel, zomersla, wortels en herfstradijsjes worden buiten gezaaid. Als uw frambozenstruiken niet onder gaas groeien, moeten de rijpwordende bessen nu door netten beschermd en met Derris bespoten worden, als u de fram­bozenkever of bladluizen ontdekt. Bij tekenen van grijze schimmel spuiten met Captan. Als de frambozen geoogst zijn, moet u de takken terugsnoeien en nieu­we scheuten moeten aangebonden wor­den. In de buurt van de wortels schoffe­len en mulchen. Als u kool oogst, kunt u het snijvlak van het in de grond blijvende deel van de kool kruisvormig insnijden. Op deze manier bevordert men de na­groei van kleine kooltjes. Oogst fruit en groente juist als ze rijp zijn. Ze smaken beter als ze jong en vers zijn.

Algemeen
Onkruid wordt met de hand gewied, ge­schoffeld of met een onkruidbestrij­dingsmiddel bestreden. Controleer alle planten en gebruik bij de eerste tekenen van een insektenplaag of schimmelaantasting een insektenbestrijdingsmiddel.

             Augustus

Bollen
Zoek in de plantencatalogi uit welke bol­len u graag volgend voorjaar in uw tuin wilt zien bloeien.

Bloemenborder
Van de kruidachtige één- en meerjarige bloemen, zoals lupine en ridderspoor, moeten steeds de uitgebloeide bloemen verwijderd worden om de vorming van nieuwe bloeiknoppen te bevorderen.
Bij chrysanten die zo veel mogelijk bloe­men moeten krijgen, haalt men de zwak­ste stengel weg; laat er ongeveer acht staan. Als men enkele bloemen wil voor de vaas, laat men aan elke stengel slechts de bovenste knop groeien. De zware bloem moet zo mogelijk gestut worden. Heesters die hun bloeitijd beëindigd hebben, snoeit u tot op de helft terug. Gemulchte planten, vooral de kruidach­tige herfstbloeiers zoals chrysanten, guldenroede, herfstasters en de eenjarige herfstbloeiers, moeten veel water heb­ben.
Voor leliebollen is het gunstig als men ze uit de grond haalt, de vaste buitenste schillen afpelt en ze in een speciaal voor lelies geschikt turfmengsel plant. Om te overwinteren zet men ze op een vorstvrije plaats. Over de potten plaats men een plastic kap.

Bomen, struiken en klimplanten
Van de heideplanten (Erica) neemt men nu stekken door met een mes een jonge zijloot af te snijden en deze in een pot met potaarde te zetten. Tot aan het vol­gend voorjaar blijft de stek in de broei­bak of broeikas. Snijd verwelkte rozen af. Bemest nog één keer met kaliumsul­faat (35 gram per vierkante meter).
Bij struiken, klimplanten en bomen moet u zieke en ongewenste groei na de bloei snoeien, om knopvorming van het volgend jaar te bewerkstelligen. Indien nodig wordt struikgewas gesnoeid.

Grasveld

Het grasveld ook nu 2 x per week maai­en. 1-3 cm is de juiste maaihoogte. Tij­dens droogteperioden goed sproeien, zo mogelijk met een grassproeier. Houd de randen netjes kort en ga het onkruid naar behoefte per plek of op het gehele veld te lijf.

Algemeen
Verwijder het onkruid met de hand, de schoffel of een onkruidbestrijdingsmid­del. Met het afgemaaide gras (op voor­waarde dat het gedurende 6 weken niet met onkruidbestrijdingsmiddel werd be­werkt) kunt u vaste planten mulchen. Bij het kleinste teken van aantasting door insekten moet u onmiddellijk het geschikte middel, volgens de gebruiksaan­wijzing, toepassen.

Fruit, groenten kruiden
Als de tuinbonen zwarte luis hebben, be­spuit dan de onderkant van de bladeren met Parexan of Unden. Alle afval van de groentetuin gaat naar de composthoop. De spruitkool moet, voor de herfststor­men, aangeaard worden om meer hou­vast te hebben. In het zaaibed wordt nu de voorjaarskool gezaaid, voor zover u daar in het voorjaar voldoende plaats voor heeft.
Oogst regelmatig erwten en bonen, ook bloemkool en kool moet steeds gesne­den worden. Wortels en rode bieden oogst men naar behoefte. Als uien met de riek iets omhoog worden gehaald, verwelkt het loof gemakkelijker en rij­pen de uien sneller. Na ongeveer 3 we­ken is het tijd om ze te oogsten en op te slaan.

De eerste moes- en eetappels kunnen al worden geplukt. De stekken van kruis­bessen moeten nu worden uitgeplant. Ze moeten regelmatig water krijgen tot ze geworteld hebben. Indien nodig koopt men ook nieuwe, goede wijnstokken. Als de klimbonen zo hoog zijn geworden als uw rek, knijpt men alle nieuwe scheu­ten af. Tussen de planten moet steeds ge­schoffeld worden.
De winterspinazie kan gezaaid worden. Ontwerp nu reeds een systeem van vruchtwisseling, hetgeen zowel de plan­ten als de grond ten goede komt.
De tomaten en de komkommers in de broeikas hebben veel water en voedsel nodig. Iedere morgen besproeit men zorgvuldig en op hete dagen zorgt men voor voldoende ventilatie.
In de broeikas dagelijks water geven, be­schaduwen en beluchten.

             September

In het voorjaar bloeiende bolgewassen zoals narcissen, hyacinten, scilla en muscari (blauwdruifje) worden geplant waar ze volgend jaar moeten bloeien. De klei­nere bollen komen 5-8 cm en de grotere 10-15 cm diep in de grond. Tulpenbollen zet men pas volgende maand.

Gemengde bloemenborder
Laat bloeiende vaste planten worden, in­dien nodig, opgebonden. Afgesneden zaaddozen of hele vruchtbeginsels kun­nen worden gedroogd en in de winter in huis als versiering dienen. Van veel bo­men en planten kan men takken met bonte herfstbladeren, bewaren door het ondereind enkele centimeters in een mengsel van 1 deel glycerine op 2 delen kokend water te dopen. Op dezelfde ma­nier kunnen ook enkele altijd groene planten en varens worden behandeld. Verwelkte bloemen en dode stengels kan men al rondlopend verwijderen. Be­gin nu al met het plan en de voorberei­ding van de nieuwe gemengde, borders die de volgende maand ingeplant wor­den.
Planten die nu kunnen worden gezet, zijn onder andere pioenroos, verschil­lende iris-soorten, klokjesbloem en win­terharde tuin- en grasanjers.

Bomen, struiken en klimplanten
September is de goede maand voor het planten van hagen van groenblijvende heesters, zoals coniferen (inclusief ta­xus), hulst, buxus en liguster. Bereid de grond goed voor door diep spitten en goed verteerde stalmest of compost on­der te werken. Oudere hagen zullen het goed doen als ze deze maand nog een­maal worden gesnoeid. Zorg bij het snoeien dat ze beneden het dichtst en het breedst zijn.
Maak de grond gereed voor sierbomen en sierstruiken, die volgende maand ge­plant gaan worden: de grond wordt 2 spaden diep gespit en rijkelijk met goed verteerde stalmest of compost ver­mengd. Verwijder de uitgebloeide bloe­men van de rozen, opdat ze verder kun­nen bloeien.

Grasveld
In deze maand groeit het gras al minder hard en hoeft het dus ook minder vaak gemaaid te worden. Tegen het eind van de maand het gras goed harken om vervilt gras en kruipend onkruid te verwijderen. Vastgetreden plaatsen met de spitvork of een speciale vork met holle tanden, van luchtgaatjes voorzien. Als zich kale plekken verto­nen, moet daar wat graszaad worden ge­zaaid (15-30 gram per vierkante meter) natuurlijk van hetzelfde mengsel als waar het grasveld uit bestaat.

Fruit, groenten en kruiden
Als het nog niet is gedaan, moet nu het plan voor de vruchtwisseling in de groen­tetuin voor het volgend seizoen worden uitgewerkt. Zo kunnen planten in het voor hen juiste grondmilieu met de juiste hoeveelheid meststoffen groeien, in een grond die vrij is van ziektekiemen. Zaai winterspinazie op de plaats waar het moet groeien. Ook wintersla is te zaaien, alhoewel dit in de broeikas of on­der stolpen moet gebeuren. Zaai bloem­kool voor volgend jaar, onder glas (weeuwen).
Rode biet, wortels, pompoen en aardap­pels worden opgeslagen.
Gebruik alleen gave en gezonde worte­len en knollen om te bewaren op een koele, maar vorstvrije plaats.
Pluk appels en sla de gezonde vruchten op. Ruim de leeg geoogste erwten- en bonenplanten op, evenals de stokken. Maak deze schoon en berg ze op tot vol­gend jaar.
In de broeikas hoeft steeds minder water en mest te worden gegeven. Maak de rui­ten schoon om zoveel mogelijk licht door te laten. Haal van de tomaten, die buiten staan, de groene vruchten af en laat deze in huis rijp worden.
Lege bedden worden met een laag goed verteerde stalmest of compost bedekt. Spit de grond en laat de grote aardklui­ten liggen. Plant jonge zaailingen van voorjaarskool uit.

             Oktober

Veeg en hark het afgevallen blad bij el­kaar, breng het naar de composthoop of leg een speciale bladerenhoop aan om bladaarde te verkrijgen.

Bonte border
De eenjarige zomerbloemen kunnen nu uitgetrokken worden en naar de com­posthoop gebracht. Schoffel de grond om en plant de voorjaarsbloeiers erin. Kruidachtige vaste planten kunnen tot aan de grond worden teruggesneden. Al­leen in heel koude streken laat men het loof staan, als bescherming tegen de vorst. De afgesneden plantendelen gaan eveneens naar de composthoop.
Schoffel rondom de planten en trek met­een het onkruid uit. Solitaire planten die te groot en te dicht geworden zijn, wor­den uit de grond gehaald en gedeeld. Trek de wortels uit elkaar en plant de buitenste jonge delen, gooi het oude middelste deel weg. Als u veel planten klaar legt om te delen, moet u ze merken om vergissingen te voorkomen. Verza­mel de steunstokken en sla ze op tot vol­gend jaar. Nadat u vorige maand de grond hebt klaar gemaakt, is het nu de tijd om nieuwe heesters te planten. Niet-winterharde planten, zoals gera­nium, fuchsia en heliotroop worden in potten gezet en van de winter op een koele plek geplaatst. Geef slechts zoveel water dat de aarde niet volledig uit­droogt. Als het nog niet gedaan is, kan men nog stekken nemen.

Bomen, struiken en klimplanten
Dit is de laatste mogelijkheid om de grond in orde te maken voor het planten van nieuwe struiken zoals groenblijvende heesters en rozen. Zij moeten uiter­lijk begin volgende maand geplant zijn. Ook bladverliezende heesters kunnen in de loop van de winter nog worden ge­plant, op voorwaarde dat de grond niet bevroren is en het weer is om in de bui­tenlucht te werken. Maak de grond los tussen de struiken en verwijder tegelij­kertijd het onkruid. Ook kan de mulchlaag die in het voorjaar werd aange­bracht, nu worden ondergewerkt.
Hagen en bladverliezende struiken die in het voorjaar werden geplant, moeten worden teruggesnoeid. Daardoor groeien de planten goed dicht op ande­ren.

Bollen
Plant de bollen die vorige maand nog niet geplant waren. Breng ook enkele schalen met geprepareerde bollen in or­de opdat u, in de winter, in huis al voor­jaarsbloemen hebt. Haal de bollen en knollen uit de grond van de gladiolen, ixia’s, acidanthera’s en sparaxus en snij het loof vlak boven de verdikking af. Laat de bollen en knollen snel drogen en schud dan al het zand en oude wortels er­af. Indien nodig (bijvoorbeeld bij gladio­len) haalt men de oude knollen weg.
Sla de bollen koel en vorstvrij op en con­troleer ze regelmatig, opdat ziekten zich niet kunnen uitbreiden.
Dahlia’s en knolbegonia’s worden aan het eind van deze maand afgesneden, de knollen gedroogd en in turf koel en vorstvrij bewaard.

Fruit, groenten en kruiden
Breng de grond in gereedheid voor het planten van bessenstruiken. Frambo­zen, bramen, loganbessen, kruisbessen en rode, witte en zwarte aalbessen moeten tegen het eind van de maand ge­plant worden.
Stut reeds geplante struiken, zodat ze de winter zonder schade kunnen doorko­men. Probeer of de stokken goed stevig staan en repareer of vervang ze zonodig. Ga door met het plukken en opslaan van appels.
De winterspinazie die vorige maand werd gezaaid, kan worden uitgedund.

             November

Grasveld
Als het weer en de grond het toestaat, kunt u nog graszoden leggen; aan het eind van de maand moet dit werk klaar zijn. Als u van plan bent volgend jaar nieuw gras in te zaaien, moet u de daar­voor bestemde ruimte 2 x (2 spaden diep betekent dat) omspitten. Werk daarbij goed verteerde stalmest of compost on­der. Als de grond niet goed gedraineerd is, kan men met de molploeg of via drainagepijpen in een visgraatpatroon hierin verbetering brengen. De omhoogge­haalde grond blijft in grote kluiten lig­gen, het verbrokkelen en het verkruime­len ervan laat u aan het winterweer over.

Gemengde bloemenborder
Maak de grond los met de vork en snoei vaste planten. Dit werk moet gedaan worden voor de kou invalt.
Uw pas gekochte heesters moeten nu al­le geplant zijn. Datzelfde geldt voor de voorjaarsbloemen zoals muurbloem, vergeet-mij-niet en hoge sleutelbloem. Bovendien kan men bij gunstig weer ook border- en grasanjers planten, het liefst in grond met een pH-gehalte van 6-6,5. Indien nodig werkt men ongebluste kalk in de grond. De in de broeibak voorge­trokken planten zetten we nu op hun uit­eindelijke plaats. Dat kan natuurlijk al­leen bij gunstige weers- en bodemomstandigheden, niet bij regen en kou, ge­beuren. Als u twijfelt, kunt u beter tot het voorjaar wachten.

Bomen, struiken en klimplanten
Bij gunstig weer kunt u nog rozen en groenblijvende planten, evenals blad­verliezende bomen en struiken, planten. Maak de grond 3 tot 4 weken van te vo­ren klaar. In geval van vertraging pakt men de planten nog niet uit en zet ze voor het inplanten enige tijd met de wortels in water. Men kan echter ook de bescher­mende verpakking eraf halen en de plan­ten, liggend in een wigvormige voor, op een beschutte plek bewaren.
Als de grond van sommige planten, vooral de nieuw geplante soorten, door de vorst is losgemaakt, moet de grond worden aangestampt. Jonge bomen en struiken, die pas winterhard zijn als ze zijn vastgegroeid, evenals die gewassen die geen extreem lage temperaturen ver­dragen, moeten worden beschermd. Hiervoor gebruikt men aan stokken vastgemaakte zakken of een bedekking van paklinnen en stro.

Algemeen
Afgevallen blad wordt met de bezem of de hark verzameld en naar de composthoop gebracht. Men kan ook een aparte bladerenhoop aanleggen. Schoffel naar behoefte onkruid weg; éénjarig onkruid kan gecomposteerd worden, tweejarig onkruid moet worden verbrand. Spit alle braakliggende velden om en laat de grote aardkluiten geduren­de de winter liggen.

Bolgewassen
Het begin van deze maand is de laatste gelegenheid om tulpen- en hyacintenbol­len te planten. Controleer de eerder ge­plante bollen in schalen. Bollen met een neus van 2-3 cm of meer, worden naar een koele, donkere plek in huis of in de broeikas gebracht. Giet naar behoefte, opdat de voedingsbodem niet uitdroogt. Als deze maand de leliebollen aanko­men en de grond niet te nat en te koud is, plant men ze op de plek waar ze moeten komen te staan. Is de grondtoestand niet gunstig, dan plaatst men de bollen zo, dat de topjes nog juist uitsteken, in pot­ten of kistjes in vochtige turfmolm en zet ze koel weg, tot ze in het voorjaar kun­nen worden geplant.

Fruit, groenten en kruiden
Tussen de rijen met voorjaarskool wordt de grond met de vork een beetje losge­maakt. Geef kaliumsulfaatmest en bind op winderige plaatsen elke plant vast. Nadat u de tuin van afgevallen blad en eenjarig onkruid hebt ontdaan kunt u de composthoop afdekken met een laag aarde of met een stuk polyethyleen.
De in september gezaaide wintersla wordt op 25 cm afstand uitgedund. Be­scherm de plantjes met stolpen. Haal sel­derij naar behoefte uit de grond. Zaai in de broeikas in bakken of kistjes op regel­matige afstanden mosterd en waterkers.

             December

Algemeen
Nu is er tijd om eens rustig plantencatalogi door te kijken en het nieuwe tuin­plan te maken.

Gemengde bloemenborder
In gebieden met een mild klimaat is het ook deze maand nog mogelijk de grond voor nieuwe bloemenborders gereed te maken. Indien mogelijk moet u de grond diep spitten, dat wil zeggen twee spaden diep en veel organische mest of compost onderwerken. De bovenste grondlaag blijft in grote kluiten liggen en die wor­den door de vorst verkruimeld. Als het nodig is, legt u slakkenkorrels neer om de heesters waarvan de knoppen bijzon­der door de slakken worden gewaar­deerd. Ook as en grof zand rondom de wortels houden slakken weg.
Om bladeren en bloemknoppen van kerstrozen tegen weersinvloeden te be­schermen en een vroege bloei te bevor­deren legt men stro of turfstrooisel over de wortels en dekt men de planten iets af. Rond de wortels van chrysanten die in de grond overwinteren, moet droog turf­ strooisel worden ingewerkt, opdat daar geen water blijft hangen.

Bolgewassen
In potten voorgetrokken hyacinten en narcissen kunnen in deze maand al gaan bloeien. De aarde moet regelmatig be­goten worden. Kijk ook naar de andere bollen die u in het donker voortrekt, en zet ze in het licht zodra de neus enige centimeters is.
Leliebollen die u nu kunt krijgen moeten dik en hard zijn. Als het weer het toelaat en de grond nog niet bevroren is, kunnen ze nu nog in de grond worden geplant om volgend jaar te bloeien. Verschrompel­de bollen zet men 10-14 dagen in vochtig urfstrooisel, alvorens ze te planten.
Als het uitplanten niet mogelijk is blij­ven de bollen in de potten op een koele plaats, tot ze in februari ten slotte ge­plant kunnen worden.

Bomen, struiken en klimplanten
Beëindig het schoffelen en wieden tus­sen de struiken; werk de mulchlaag die in het voorjaar werd aangebracht de grond in. Alle steunstokken en aanbinders moeten nog eens gecontroleerd worden. Kapotte steunen worden vervangen door andere, om de planten tijdens de winterstormen en de sneeuwlast niet in gevaar te brengen.
Als u vorig jaar, wegens slechte weers­omstandigheden, uw nieuwe bomen en struiken niet kon planten, kan het nu nog steeds, zolang de grond zacht is en het weer het toelaat.

Grasveld
Als de randen van het grasveld of van de paadjes door het gras zijn stukgelopen en niet meer mooi zijn, kunnen ze nu worden hersteld. Snijd met een scherpe spade of met de graskantensteker een lang stuk af en til de gehele zode met een dikte van ongeveer 5 cm op. Draai het stuk om, de kant die eerst binnen lag, ligt nu buiten. De gaten vult u op met tee­laarde. Doorweekte of bevroren grasvel­den mogen niet hersteld worden.

Fruit, groenten en kruiden
In de broeikas kunt u vroege bloemkool zaaien voor volgend jaar. Leg in elk turfpotje één zaadje.
Zaai in de broeikas met tussenpozen wa­terkers. Controleer regelmatig het opge­slagen fruit en de groente. Gooi aange­taste produkten meteen weg om infectie van andere vruchten te voorkomen. Snoei oude en jonge fruitbomen en -struiken, zoals appels en peren. Als het nodig is, haalt u ook iets van de wortels af. Verwijder en verbrand alle bedorven vruchten om uitbreiding van de ziekte te voorkomen.
Bespuit met FOLIDOL-olie tegen over­winterende insekten. Mulch pas geplan­te fruitbomen en -struiken met goed ver­teerde mest of compost.
Haal ook in de groentetuin bladeren en afval weg. Vraag zaad- en plantencatalogi aan, zodat u op tijd voor het volgende jaar kunt bestellen.